Jean van Ingen †

Als je hem aan zag komen lopen, wist je meteen dat hij het was: Jean van Ingen, onmiskenbaar, met zijn kapiteinspet en zonnebril. Oorspronkelijk was hij vrijwilliger bij Staatsbosbeheer, toen de winkel van De Bastei nog door die organisatie beheerd werd. Aan de hand van de grote landkaart op de wand vertelde hij enthousiast over de natuur in de Gelderse Poort. Hij wist er veel van, zo veel dat je soms wel eens bang was dat zijn toehoorders aan een museumbezoek niet meer toe zouden komen.

Hij ging ook werken bij de balie en op 1 januari 2021 werd hij officieel vrijwilliger bij De Bastei, een fijne, warme collega, die iedereen wilde leren kennen. En als je eenmaal met hem had gesproken, dan onthield hij ook wat je hem verteld had en wat je voorkeuren waren. Daar kwam hij op terug. Maar bij De Bastei iedereen kennen, is onmogelijk. Eens stond Hans Hooijmaijers bij de balie. Jean wilde een gloedvol verhaal beginnen. 'Bent u hier al eens eerder geweest?'

Zijn vaste middag was op dinsdag. Dan maakte hij grappen met zijn collega's en blikte opgetogen terug op een aflevering van Arjen Lubach, die je 'beslist moest terugkijken', of maakte je attent op muziek, van Peruaanse muziek tot kleine bandjes uit Afrika, hij was op dat gebied van alle markten thuis. Zijn specialiteit in de winkel was de lelijkste knuffel uit het assortiment, de axolotl. Als hij daarmee aankwam, keken de ouders er ontzet naar, maar kinderen vinden die lelijkerd schattig. 

Van alle vrijwilligers was hij de beste om mensen binnen te halen. Zag hij iemand aarzelen voor de deur, dan ging hij naar buiten en knoopte gewoon een praatje aan. Dat had meestal het gewenste effect. Ook had hij een talent om fooien binnen te halen, minstens de helft van de fooienpot was dankzij hem gevuld. Als je je ineens afvroeg: Waar is Jean gebleven?, dan kon het heel goed zijn dat hij met iemand naar boven was om het prachtige uitzicht te laten zien. 

Jean, een mooi mens, wat zullen we hem missen. 

(JS)